Groene strand app > Tel en geef door

Registreren

× Search

Tel en geef door

Geef aantallen door over een loopafstand van circa 10 meter. Kijk tot 2 meter links en rechts van je. Selecteer de toestand van het dier of wier door het juiste rondje aan te klikken.

U bent niet ingelogd, uw waarnemingen worden anoniem opgeslagen!

Zoeken


Borstelwormen Polychaeta Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Er zijn diverse soorten wormen. Op het strand kom je vooral borstelwormen tegen, zoals de zeepier. Deze hebben rijtjes borstels op het lichaam. Ook sommige in kokers van zand of schelpstukjes wonende kokerwormen zijn borstelwormen, evenals de Fluwelen zeemuis en de Zager. Item 1 of 0 Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Om de dieren levend op de plaats waar ze wonen te vinden, moet je vaak graven. Groepen ingegraven schelpkokerwormen vallen soms bij extreem laagwater droog. Item 1 of 0 Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Soms worden borstelwormen lossgespoeld uit het zand of uit hun koker (bijvoorbeeld goudkammetjes). Maar omdat hengelvissers ze ook als aas gebruiken tref je van Zagers en zeepieren ook soms beschadigde aas-exemplaren aan. Item 1 of 0 Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Zeepieren zitten diep in de bodem en eten voedingsdeeltjes die ze tussen het zand vinden. De uitwerpselen liggen als (tandpasta-) hoopjes op de zandbodem. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link Meer info
Goudkammetje Lagis koreni Ronde, stevige, taps toelopende kokers tot 3,5 cm, met een 1 zandkorrel dikke wand. Het dier is zalmkleurig, op de kop een dubbele rij goudkleurige borstels en 4 rode kieuwen. Leeft met de kop omlaag ingegraven in zand en slib vanaf de laagwaterlijn en dieper. Spoelt veel aan, ook levend. Item 1 of 0 Bij extreem laagwater vallen soms stukjes strand droog met omhoog stekende kokers van het Goudkammetje. Item 1 of 0 Lege kokers die uitgedroogd zijn vallen snel uit elkaar. Nat blijven ze langer intact, maar meestal is het smalste einde toch afgebroken. Item 1 of 0 Niet van toepassing. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link Meer info
Schelpkokerworm Lanice conchilega Slappe, tot 3,5 cm lange kokers van zand en stukjes schelp. Het dier heeft tot 300 segmenten, waarvan enkele met borstels. Leeft ingegraven. Boven het zand steken schijntentakels uit van zand en schelpstukjes. Kop met 3 paar vertakte kieuwen. Op het strand spoelen regelmatig nog levende dieren aan. Item 1 of 0 Bij extreem laagwater vallen soms stukjes strand droog met boven het zand uitstekende uiteinden met schijntentakels van stukjes schelp en zand. Item 1 of 0 Kokers vaak massaal aanspoelend. Lege kokers zijn plat en overal bijna even breed. In bewoonde kokers schijnen delen van het dier vaak door. Item 1 of 0 Niet van toepassing. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link Meer info
Zeepier (gewone) Arenicola marina Grote, bruinroze, soms wat groenige worm. Tot 25 cm lang. Gesegmenteerd, voor- en middendeel ruim 1 cm dik, de achterkant is dunner. Met korte gereduceerde borstels en 13 paar rode kieuwveren. Item 1 of 0 Leeft in tot 30 cm diepe, u-vormige gangen. Het dier wordt opgespit door pierenstekers die ze aan hengelvissers verkopen als aas om mee te vissen. Item 1 of 0 Op het strand soms aangespoeld te vinden, maar ook beschadigde dieren (met gaten in het lichaam waaruit soms bloed of ingewanden steken, spoelen aan. Dit kan losgeslagen 'hengelvissers-aas' zijn. Item 1 of 0 De uitwerpselen, bodemmateriaal dat door het lichaam is gegaan en waaruit voedingsstoffen zijn gehaald, liggen als slordige (tandpasta-) hoopjes op het zand of slik, vanaf het midden van de getijdenzone tot dieper. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link Meer info
Zwarte zeepier Arenicola defodiens Groter dan de Gewone zeepier (tot 35 cm). Lichaam bruin tot zwart (ingewanden oranje). Leeft lager in de bij eb droogvallende getijdenzone dan de gewone zeepier. Dit is een exoot die oorspronkelijk niet bij ons voorkwam. Item 1 of 0 Leeft in u-vormige gangen. Vaak in 40 cm diepe u of J-vormige gangen. Het dier wordt veel gebruikt door vissers. Item 1 of 0 Op het strand aangespoeld te vinden, evenals beschadigde dieren (met gaten in het lichaam waaruit soms bloed of ingewanden steken). In dat geval kan het gaan om losgeslagen 'hengelvissers-aas'. Item 1 of 0 De uitwerpselen liggen als (tandpasta-) hoopjes op de zand- of slikbodem, laag in de getijdenzone en onder de laagwaterlijn. De hoopjes zouden meer regelmatige spiralen vormen dan bij de Gewone zeepier. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link
Zager of Zeeduizendpoot Alitta virens Tot 40 cm (in USA langer!) met ca. 175 segmenten met borstels op huidflappen. Kop met grote kaken en 4 ogen. Donkergroen met blauwpaars en gele punten. Vaak zijn rode door de huid schijnende bloedvaten te zien. Het zijn rovers die andere wormen eten. Ook gebruikt als visaas. Soms zeeduizendpoten genoemd. Item 1 of 0 Woont in een met slijm beklede gang. Leeft vaak in modderig (zwart) zand met weinig zuurstof maar ook aanwezig op zandbodems. Kan ook zwemmen met de peddelvormige huidflappen (parapodiën) waarop de borstels staan. Vanaf de hoogwaterlijn tot zo'n 150 m diepte. Item 1 of 0 Nu en dan op het strand aangespoeld te vinden. Dan vaak nog beweeglijk. Levenloze, beschadigde dieren kunnen losgeslagen 'hengelvissers-aas' zijn. Item 1 of 0 Niet van toepassing. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link
Fluwelen zeemuis Aphrodita aculeata Grote borstelworm, 10-20 × 3-7 cm. Ovaal, buik hol, rug bol. Met een grijsbruine ‘vacht’ die 'iriserend' groen, geel en bronskleurig het licht weerkaatst. Onder deze vacht 15 paar overlappende rugschilden. Tot 40 segmenten. Opzij borstelpootjes. Kop met, tussen de ogen 1 antenne. Item 1 of 0 Leeft in het gebied beneden de laagwaterlijn, ingegraven in zand of modder. Spoelt soms aan na een storm. Meestal slechts een of enkele dieren tegelijk. Item 1 of 0 Een enkele keer zijn dieren door meeuwen aangepikt, maar gewoonlijk worden alleen intacte dieren gemeld. Beschadigde dieren trekken zich vaak samen en rollen zich wat op. Item 1 of 0 Niet van toepassing. Item 1 of 0 Ga naar gerelateerde link Meer info
Spiraalkokerworm Spirorbis spec. De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin. De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin. De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin. De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin. Ga naar gerelateerde link Meer info

Columns Display

Show/Hide Columns and Drag the Icon to ReorderGSA

Show rows with value thatOptionsValueAndOptionsValueClear Filter

Export

Tel en geef door

Borstelwormen

Polychaeta

Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Om de dieren levend op de plaats waar ze wonen te vinden, moet je vaak graven. Groepen ingegraven schelpkokerwormen vallen soms bij extreem laagwater droog.

Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Soms worden borstelwormen lossgespoeld uit het zand of uit hun koker (bijvoorbeeld goudkammetjes). Maar omdat hengelvissers ze ook als aas gebruiken tref je van Zagers en zeepieren ook soms beschadigde aas-exemplaren aan.

Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet. Zeepieren zitten diep in de bodem en eten voedingsdeeltjes die ze tussen het zand vinden. De uitwerpselen liggen als (tandpasta-) hoopjes op de zandbodem.

Goudkammetje

Lagis koreni

Ronde, stevige, taps toelopende kokers tot 3,5 cm, met een 1 zandkorrel dikke wand. Het dier is zalmkleurig, op de kop een dubbele rij goudkleurige borstels en 4 rode kieuwen. Leeft met de kop omlaag ingegraven in zand en slib vanaf de laagwaterlijn en dieper. Spoelt veel aan, ook levend.

Bij extreem laagwater vallen soms stukjes strand droog met omhoog stekende kokers van het Goudkammetje.

Lege kokers die uitgedroogd zijn vallen snel uit elkaar. Nat blijven ze langer intact, maar meestal is het smalste einde toch afgebroken.

Niet van toepassing.

Schelpkokerworm

Lanice conchilega

Slappe, tot 3,5 cm lange kokers van zand en stukjes schelp. Het dier heeft tot 300 segmenten, waarvan enkele met borstels. Leeft ingegraven. Boven het zand steken schijntentakels uit van zand en schelpstukjes. Kop met 3 paar vertakte kieuwen. Op het strand spoelen regelmatig nog levende dieren aan.

Bij extreem laagwater vallen soms stukjes strand droog met boven het zand uitstekende uiteinden met schijntentakels van stukjes schelp en zand.

Kokers vaak massaal aanspoelend. Lege kokers zijn plat en overal bijna even breed. In bewoonde kokers schijnen delen van het dier vaak door.

Niet van toepassing.

Zeepier (gewone)

Arenicola marina

Grote, bruinroze, soms wat groenige worm. Tot 25 cm lang. Gesegmenteerd, voor- en middendeel ruim 1 cm dik, de achterkant is dunner. Met korte gereduceerde borstels en 13 paar rode kieuwveren.

Leeft in tot 30 cm diepe, u-vormige gangen. Het dier wordt opgespit door pierenstekers die ze aan hengelvissers verkopen als aas om mee te vissen.

Op het strand soms aangespoeld te vinden, maar ook beschadigde dieren (met gaten in het lichaam waaruit soms bloed of ingewanden steken, spoelen aan. Dit kan losgeslagen 'hengelvissers-aas' zijn.

De uitwerpselen, bodemmateriaal dat door het lichaam is gegaan en waaruit voedingsstoffen zijn gehaald, liggen als slordige (tandpasta-) hoopjes op het zand of slik, vanaf het midden van de getijdenzone tot dieper.

Zwarte zeepier

Arenicola defodiens

Groter dan de Gewone zeepier (tot 35 cm). Lichaam bruin tot zwart (ingewanden oranje). Leeft lager in de bij eb droogvallende getijdenzone dan de gewone zeepier. Dit is een exoot die oorspronkelijk niet bij ons voorkwam.

Leeft in u-vormige gangen. Vaak in 40 cm diepe u of J-vormige gangen. Het dier wordt veel gebruikt door vissers.

Op het strand aangespoeld te vinden, evenals beschadigde dieren (met gaten in het lichaam waaruit soms bloed of ingewanden steken). In dat geval kan het gaan om losgeslagen 'hengelvissers-aas'.

De uitwerpselen liggen als (tandpasta-) hoopjes op de zand- of slikbodem, laag in de getijdenzone en onder de laagwaterlijn. De hoopjes zouden meer regelmatige spiralen vormen dan bij de Gewone zeepier.

Zager of Zeeduizendpoot

Alitta virens

Woont in een met slijm beklede gang. Leeft vaak in modderig (zwart) zand met weinig zuurstof maar ook aanwezig op zandbodems. Kan ook zwemmen met de peddelvormige huidflappen (parapodiën) waarop de borstels staan. Vanaf de hoogwaterlijn tot zo'n 150 m diepte.

Nu en dan op het strand aangespoeld te vinden. Dan vaak nog beweeglijk. Levenloze, beschadigde dieren kunnen losgeslagen 'hengelvissers-aas' zijn.

Niet van toepassing.

Fluwelen zeemuis

Aphrodita aculeata

Grote borstelworm, 10-20 × 3-7 cm. Ovaal, buik hol, rug bol. Met een grijsbruine ‘vacht’ die 'iriserend' groen, geel en bronskleurig het licht weerkaatst. Onder deze vacht 15 paar overlappende rugschilden. Tot 40 segmenten. Opzij borstelpootjes. Kop met, tussen de ogen 1 antenne.

Leeft in het gebied beneden de laagwaterlijn, ingegraven in zand of modder. Spoelt soms aan na een storm. Meestal slechts een of enkele dieren tegelijk.

Een enkele keer zijn dieren door meeuwen aangepikt, maar gewoonlijk worden alleen intacte dieren gemeld. Beschadigde dieren trekken zich vaak samen en rollen zich wat op.

Niet van toepassing.

Spiraalkokerworm

Spirorbis spec.

De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin.

De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin.

De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin.

De koker is een klein, plat, wit spiraaltje van iets meer dan één winding. Ze groeien op Zee-eik en andere wieren, ca. 0,35 cm in doorsnee, dikwijls nog kleiner. De worm leeft daarin.

Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet.

Om de dieren levend op de plaats waar ze wonen te vinden, moet je vaak graven. Groepen ingegraven schelpkokerwormen vallen soms bij extreem laagwater droog.

Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet.

Soms worden borstelwormen lossgespoeld uit het zand of uit hun koker (bijvoorbeeld goudkammetjes). Maar omdat hengelvissers ze ook als aas gebruiken tref je van Zagers en zeepieren ook soms beschadigde aas-exemplaren aan.

Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet.

Zeepieren zitten diep in de bodem en eten voedingsdeeltjes die ze tussen het zand vinden. De uitwerpselen liggen als (tandpasta-) hoopjes op de zandbodem.