Stekelhuidigen
Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet.
Stekelhuidigen hebben een skelet van kalkplaten met knobbels of stekels. Bekende groepen langs de Nederlandse kust zijn zeesterren en zee-egels. Een Zeester heeft vijf of meer armen, al dan niet aan een centrale schijf. Zee-egels hebben een al dan niet symmetrisch, bol of platter kalkskelet met zachte of harde stekels.
Item 1 of 0
Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet.
Veel zee-egels eten algen of filteren het water en leven vastgehecht aan hard substraat of ingegraven in de bodem. De meeste zeesterren zijn carnivoor; ze eten vaak schelpdieren, met name tweekleppigen. Ze leven op hard substraat of ingegraven in het zand.
Item 1 of 0
Geef hier waarnemingen door waarvan je de soortnaam niet weet.
Tussen de stekels van veel zee-egels en onder de armen van sommige zeesterren zitten vaak flexibele buisjes met hecht- of zuigmondjes waarmee ze onder andere voedsel zoeken. Ze kunnen hiermee ook 'lopen'.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Kleine zeeappel
Psammechinus miliaris
Regelmatige zee-egel. Tot 4,5 cm. Rond, onderkant plat met een grote opening waar het kauwapparaat zit. Met korte en tot 1,5 cm lange, stevige, overlangs geribbelde, puntige stekels. Deze zijn vaak groenachtig met een paarsroze tint. De tussenliggende buisvoetjes hebben ongeveer dezelfde kleuren.
Item 1 of 0
Levende dieren zijn vaak te vinden tussen stenen op strekdammen en dergelijke en op mossel- en oesterbanken. Van het getijdengebied en het sublitoraal, tot enkele tientallen meters diepte.
Item 1 of 0
Het vaak groene skelet heeft bovenaan een kleine en onderaan een wijde ronde opening. Van boven naar onder lopen rijen dikke en kleinere knobbels waar de stekels zaten, daartussen zitten onregelmatige putjes. Al dan niet kapotte skeletjes spoelen regelmatig, maar zelden in grote aantallen aan.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Zeeklit
Echinocardium cordatum
Onregelmatige zee-egel. Tot 9 cm. Ovaalronde bol, met vooraan een ondiepe groeve zodat een globale hartvorm ontstaat. Veel dunne, gebogen tot 1,5 cm lange haarvormige stekels die plat naar achteren liggen. Onderzijde met vijf rijen dubbele zuigvoetjes. Geelgrijs tot zandkleurig of lichtbruin.
Item 1 of 0
Leeft ingegraven in vrij lange gangen in de bodem in zand en slibhoudend zand, vanaf iets onder de laagwaterlijn tot ruim 200 m. Algemeen langs de hele kust, in de Zeeuwse wateren en lokaal in het Waddengebied. Skeletten spoelen veel aan. Complete dieren relatief weinig.
Item 1 of 0
Het kalkskeletje is grijswit of wit en zeer broos en breekbaar. De stekels vallen direct na de dood van het dier uit. Aan de onderzijde zit een kleine rechthoekige opening. Op de bovenkant vormen streepvormige gaatjes een stervorm. Skeletjes spoelen veel aan na harde wind.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Zeeboontje
Echinocyamus pusillus
Onregelmatig zee-egeltje. Klein (10-15 mm). Afgeplat en rond. Ze hebben fijne, iets gekromde harige stekeltjes in een grijswitte, groene of zandkleurige tint. Onmiddelijk na de dood van het dier vallen de stekeltjes uit. Levende dieren worden zelden op het strand gevonden, skeletjes vaak.
Item 1 of 0
Levende dieren komen voor op enkele meters van de kust en dieper. Ze zitten ingegraven in de zandbodem. Hierdoor zien zelfs duikers ze zelden. Ze eten diatomeeën en foraminiferen. Het zeeboontje is algemeen in de Noordzee. Onduidelijk is of ze ook bijvoorbeeld in de Oosterschelde leven.
Item 1 of 0
Het grijswitte skeletje is afgeplat en eivormig of ovaalrond. Aan de onderzijde twee ronde openingen, aan de bovenzijde een sierlijke stervorm. Skeletjes spoelen veel aan en zijn te vinden in aanspoelsel bij de laagwaterlijn en bij aflandige wind (oost, zuidoost).
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Gewone zeester
Asterias rubens
Typerende stervorm met vijf bolle, brede armen die naar de armpunt versmallen. Van armpunt tot armpunt ca. 20-30 cm; zelden 50 cm. Oranje, rood, paars, bruin, aan de onderkant lichter. Ruw met o.a. stekeltjes en knobbels. Onderzijde van de poten met veel beweeglijke zuigvoetjes in rijen van vier.
Item 1 of 0
Leeft op hard substraat en zandbodems langs de hele kust en in dieper water. Kleine (maar ook grote) dieren vaak in het litoraal op piertjes en dijken. Spoelt vaak op het strand aan. Soms massale strandingen na storm en vorst.
Item 1 of 0
Zeesterren spoelen gewoonlijk als compleet dier aan. Soms zijn exemplaren door meeuwen beschadigd. Het regeneratievermogen is groot. Losgeraakte armen kunnen weer aangroeien en zijn dan vaak enige tijd kleiner. Soms ontstaan zes of meer armen of een komeetvorm met vier kleine armen.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Kleine kamster
Astropecten irregularis
Stervormig. Vijf platte afgeronde armen met rondom een kamvormige rand van stekels. 10-20 cm. Egaal vaalbruin tot paars, de onderkant is lichter. Van de Gewone zeester te onderscheiden door de platte vorm, het gladdere oppervlak en onder de armen de diepe groeven en het ontbreken van zuigvoetjes.
Item 1 of 0
Leeft in de Noordzee voor de kust, maar spoelt erg weinig op de Hollandse stranden aan. Alleen op de noordelijke Waddeneilanden regelmatig te vinden. Wordt een enkele keer ook roze kamster genoemd.
Item 1 of 0
Spoelen gewoonlijk als compleet dier aan. Opvallend is dat in het lichaam soms contouren van geheel ingeslikte prooien te zien zijn, zoals fuikhorens, tepelhorens en nonnetjes. Soms steken die door het lichaam heen (penhorens), wat zelfs het einde van de kamster kan betekenen.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Gewone slangster
Ophiura Ophiura
Zeester met platte lichaamsschijf en 5 slangvormige gesegmenteerde armen. Schijfdiameter tot 3,5 cm, armen 3-4 maal langer. Aan weerszijden van elk armsegment drie stekels. Geen buisvoetjes. Schijf en armen met gaatjes. Grijsroze tot oranjebruin, soms getekend; onderkant geelwit.
Item 1 of 0
Leeft in de Noordzee, Zeeland en lokaal in het Waddengebied op zachte zand- en modderige zandbodems. Sublitoraal tot 200 m diep. De dieren liggen vaak op of ingegraven in de bodem. Ze kunnen zich met hun armen echter snel voortbewegen. Spoelt langs de hele kust aan na vorst en storm, soms massaal.
Item 1 of 0
Spoelen gewoonlijk als compleet dier aan. Dit is de grootste en aangespoeld het meest voorkomende slangster. Er zijn echter nog andere, zeldzamere soorten uit de Nederlandse wateren bekend.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|
Brokkelster
Ophiothrix fragilis
Zeester met platte vijfhoekige centrale lichaamsschijf en vijf dunne, zeer lange, zwaar gestekelde armen. Schijfdiameter tot 2 cm, armen tot ca 8 cm. Variabel gekleurd; vaak met bruingrijze schijf en op de armen o.a. roodbruine en gele banden.
Item 1 of 0
Leeft in de Noordzee en Zeeland (o.a. Ooster- en Westerschelde en Grevelingenmeer) tussen allerlei bodemsubstraat. Op harde en zachte bodems van het getijdengebied tot grote diepte. Regelmatig massaal aanwezig waar veel stroming staat. Ze liggen dan met de armen omhoog, om plankton te vangen.
Item 1 of 0
Op het strand spoelen meestal min of meer complete dieren aan op en in drijvende voorwerpen (sponzen, poliepenbossen etc.). Het is een fragiele soort, waarvan de armen en stukjes daarvan makkelijk afbreken – vandaar de naam. Losse stukjes worden echter nauwelijks van het strand gemeld.
Item 1 of 0
Ga naar gerelateerde link
|